Op de HR Praktijk Dag, stelden ik en mijn collega: ‘HR, maak je totaal dienstbaar aan de lijn’. Dit deed menig wenkbrauw fronsen. Totaal dienstbaar? Ja, maar dat is wat anders dan simpelweg uitvoeren van wat de lijn je vraagt. De essentie zit ‘m in verder helpen. En soms help je de lijn verder door juist niet te helpen.
Het bestaansrecht van HR – en alle andere staffuncties – zit in de bijdrage aan de realisatie van de organisatiedoelstellingen. Het zijn de lijnmanagers die kortetermijnresultaten moeten boeken en vernieuwing op langere termijn moeten realiseren ten dienste van de continuïteit van het bedrijf. Geen gemakkelijk opgave in deze tijd, waarin ontwikkelingen snel gaan en klanten en medewerkers veeleisender worden. Lijnmanagers kunnen dus wel wat hulp gebruiken. HR kan dienstbaar zijn op twee manieren, die niet direct voor de hand liggen.
- Allereerst helpt HR door niet meteen in de actiemodus te schieten. Lijnmanagers kloppen in negen van de tien gevallen niet aan met een probleem, maar met de oplossing: “Ik heb een verkooptraining nodig voor mijn mensen” of “Jan moet een salarisverhoging krijgen, anders gaat hij weg en hij is onmisbaar voor de business”. Als je je realiseert dat deze oplossingen slechts vormen zijn waar een bedoeling of intentie achter schuil gaat, kun je daarnaar terug. Dat geeft ruimte om tal van andere oplossingen te bedenken. Oplossingen die beter zijn, of je vindt er de relevantie voor een HR-programma dat je al aan het ontwikkelen was.
- Een tweede manier voor HR om dienstbaar te zijn is door soms gewoon niks te doen. Het gedrag van mensen ontstaat door de wisselwerking tussen twee invloeden: de omgeving en de mens zelf. De omstandigheden, wat er gebeurt in een omgeving, is een trigger voor gedrag. En tegelijkertijd is welk gedrag het oproept, het gevolg van iemands zelfbewustzijn. Vaak zie ik de HR-manager zich richt op de ontwikkeling van dat laatste. Maar de andere kant is minstens net zo interessant. Als HR-manager bén je de omgeving van de lijnmanager. Als een manager je vraagt aan te schuiven bij een slechtnieuwsgesprek, en jou aankijkt op het moment suprême om het stokje over te nemen, kun je twee dingen doen. Overnemen redt de situatie, en dient wellicht de medewerker en daarmee de manager. Maar zwijgen en simpelweg wachten tot de manager zelf zijn rol pakt, dient diezelfde manager misschien nog wel veel beter.
Dienstbaarheid gaat niet om doen wat gevraagd wordt, maar om de intentie waarmee je iets doet of niet doet. De eerste taak van HR is zelfkritisch te zijn door steeds zichzelf de vraag te stellen: help ik met wat ik nu doe, de lijn en daarmee de organisatie wezenlijk vooruit?
Deze column is 10 augustus 2012 verschenen in HRpraktijk